"Mijn traject als theatermaker is in Leuven begonnen"

30CC zet elk seizoen een artiest extra in de picture. Dit seizoen is Kyoko Scholiers onze focusartiest en is ze maar liefst vier keer bij ons te gast. Kyoko werkte als toneelspeler en -maker in België, Nederland en Frankrijk met onder meer de Roovers, Toneelhuis, Comp. Marius … Op het scherm was ze te zien in Code 37, Albatros, Het eiland
Sinds 2007 treedt Kyoko ook naar voren als regisseuse, kunstenares en schrijfster. Ze zoekt daarbij de grenzen van het theater op waarin een stevige brok aan sociaal engagement zit. "Ik kan ontzettend geraakt worden door dingen die mislopen in de wereld en waar te weinig aandacht voor is", aldus Kyoko.

Wat is je band met Leuven ?

“Kort nadat ik was afgestudeerd bij Studio Herman Teirlinck, heb ik het collectief ‘unm’ opgericht samen met Louis van der Waal en Maarten Westra Hoekzema. Dat gezelschap bestaat ondertussen niet meer, maar onze residentie ging toen wel door in het STUK. Wij werkten toen in een huisje in de Schapenstraat aan onze allereerste voorstelling ‘Bye Bye Buchenwald’. Mijn traject als maker is dus begonnen in Leuven.”

Na onder meer Benjamin Verdonck, Valentijn Dhaenens en Kristien De Proost ben je de nieuwe focusartiest van 30CC. Hoe voelt dat?

“Ik was erg verrast door die vraag. Ik besefte toen pas dat ik met meerdere projecten tegelijkertijd bezig was. Dat gebeurt bijna nooit, want ik werk normaal een aantal jaren aan één project met vooraf een uitgebreid vooronderzoek. Ik ben dit seizoen maar liefst vier keer geprogrammeerd bij 30CC. Dat vind ik uiteraard heel fijn.”

Je speelt zowel op het podium als voor de camera. En je treedt ook naar voren als regisseuse, kunstenares en schrijfster. Wat doe je het liefst?

“Schrijven en regisseren. (lacht) Ik vind het heel leuk om iets te maken dat er nog niet is. Al vertrekt een nieuw project bij mij meestal vanuit iets in de wereld waarvan ik vind dat het nog niet zo goed loopt. Daar bouw ik dan op verder zodat het toch een fictief verhaal wordt. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon heel fijn als ik uitgenodigd word door een gezelschap om bij hen te spelen. Dat is voor mij echt een vorm van ontspanning, omdat ik daar veel minder de eindverantwoordelijkheid heb.”

(c) Raymond Mallentjer

In oktober speelde je bij ons je eerste muziektheatervoorstelling ‘Boy’. Hoe kijk je terug op die productie?

“’Boy’ is een hele grote productie waarin 40 à 50 mensen betrokken zijn. Ik had dus een enorme verantwoordelijkheid en dat was in die onzekere coronatijden echt wel een uitdaging. Dankzij de hele ploeg is deze productie echt een pareltje geworden. Ik ben daar enorm blij mee. Met ‘Boy’ hebben we een moeilijk en heftig thema blootgelegd, namelijk jeugdzorg. We hebben daar wel een goede balans in gevonden zodat niet alles recht in je gezicht binnenkomt. Het is eigenlijk een broeierige, muzikale thriller geworden waarbij de toeschouwer zelf de puzzel moet maken om het bredere plaatje te begrijpen. En dat lijkt echt goed te werken.”

De pers was in ieder geval lovend.

“De reacties achteraf voelde voor mij als een troostend bedje waarin ik mij kon neerleggen. Zowel het publiek als de pers waren laaiend enthousiast met alleen maar mooie recensies. Zelfs politici hebben van zich laten horen en gingen het thema niet uit de weg.”


In je meest recente producties, zoals ‘Boy’ en ‘Misconnected’, ga je op zoek naar de levensverhalen van mensen aan de rand van de maatschappij. Vanwaar die fascinatie?

“Dat gaat vanzelf. Ik heb daar niet echt een verklaring voor ofzo. Misschien omdat ik het zelf zo goed heb en uit een stimulerend nest kom waarbij ik alle kansen heb gekregen. Ik kan ontzettend geraakt worden door dingen die mislopen in de wereld en waar te weinig aandacht voor is.”

Opvallend in je werk, is het uitgebreide vooronderzoek met talrijke interviews met experten uit verschillende hoeken en lagen in de maatschappij. Waarom hecht je hier zoveel belang aan?

“Dat minutieus veldonderzoek op telkens een ander terrein levert eclectisch en eigentijds materiaal op. Ik baseer mijn voorstellingen dus op alles wat ik heb verzameld. Ik maak dat nadien fictief door middel van een eigenzinnige montage met oog voor humor en poëzie. Ik vind dat een heel boeiende werkwijze.”

Met je producties zoek je vooral de grenzen van het theater op, zoals met de telefoonhokjes in ‘Misconnected’, de draaimolen in ‘Brief’ en binnenkort een futuristische wandeling in ‘Zone X’. Vanwaar die keuze?

“Door die afwisseling en experimenten blijft het voor mezelf enorm fijn. Na een productie heb ik nooit het gevoel dat ik met die bepaalde theatervorm moet verdergaan. Ik wil gewoon elke keer iets compleet anders doen en blijf mezelf graag uitdagen. Er zitten uiteraard wel andere rode draden in mijn werk zoals het sociaal engagement en de invloed van tijd op de mens.”

(c) Joris Casaer

21, 23 en 24 april kom je met je voorstelling ‘Zone X’ naar Leuven en laat je het publiek in de toekomst wandelen. Vanwaar komt je inspiratie?

“Ik speelde al heel lang met het idee om mensen door de stad te loodsen en hen op een andere manier naar die stad te laten kijken. Toen de voorstelling ‘Boy’ werd uitgesteld omwille corona, had ik opeens veel meer tijd en is dat idee in een stroomversnelling gekomen. Met ‘Zone X’ wil ik een toeristische stadswandeling organiseren die je meeneemt naar 2124. Daarbij ga je vanuit de toekomst terugkijken op de wereld van vandaag. De focus zal liggen op de manier waarop wij de wereld nu een beetje aan het verpesten zijn en de gevolgen daarvan binnen 100 jaar. Maar er zitten ook veel grappige en geestige stukken in, dus het is zeker niet allemaal zwartgallig.”

Hoe pas je de voorstelling aan van stad tot stad?

“Ik heb gekozen voor locaties die in elke stad aanwezig zijn, zoals een bankje of een rioolputje. Op die plaatsen werken we met een vaste tekst, maar die plaatsen kunnen onderling wel wisselen. Het overkoepelende verhaal blijft wel hetzelfde en wordt vooral tussen al die locaties verteld.”

We kijken ernaar uit!

(c) Mario Debaene