Acro-jongleur Raff Pringuet deelt de schijnwerpers op CIRKLABO-festival
Circusmaker Raff Pringuet (°1998) van het jonge gezelschap Close Call Company, combineert jongleren en acrodans, of ‘3D-gymnastiek’, zoals hij het zelf noemt. Op 13 december gaat zijn eerste solovoorstelling Just the Moon in première op CIRKLABO-festival.
“Ik vind het fijn om een willekeurig object te ‘vercircussen’ en te ontdekken wat je er allemaal mee kan doen.”
Je zit in de laatste rechte lijn naar je première. Waar sta je nu in je proces?
Raff: “Het grootste deel van de voorstelling staat op punt. Het is nu vooral nog het finetunen van de dramaturgie en er dus voor zorgen dat alle stukjes die ik heb gemaakt samen een duidelijk verhaal vertellen. Gelukkig heb ik twee outside eyes die meekijken: Margot Janssens van Detail Company en theatermaker en dramaturg Geert Belpaeme. Ik deed onlangs een try-out en het testpubliek heeft de voorstelling alvast goed onthaald.”
We spreken over een solovoorstelling, maar technisch gezien sta je niet alleen op de scène...
Raff: “Klopt, ik sta met een geautomatiseerde theaterlamp op het podium. Ik heb deze helemaal zelf geprogrammeerd zodat die zich gedraagt als mijn tegenspeler (d.w.z. dat de lamp vooraf wordt ingesteld zodat deze beweging, lichtintensiteit ... automatisch uitvoert, n.v.d.r.). Ik heb altijd al interesse gehad in lichtontwerp en twijfelde na mijn middelbare studies lange tijd of ik dat zou gaan studeren, maar uiteindelijk koos ik toch voor circus. Bovendien vond ik het niet zo leuk om alleen op een podium te staan; ik miste interactie. Ik bedacht me dat licht ook letterlijk een rol kan opnemen tijdens een voorstelling en dat ik er samen mee kan optreden.”
Hoe voelt het om zo te repeteren? Je kan de theaterlamp namelijk niet echt om feedback vragen of snel een regieaanwijzing geven.
Raff: “Het gaat heel erg traag. Als ik bijvoorbeeld besluit dat een bepaalde beweging die de lamp maakt sneller moet, dan moet ik opnieuw beginnen programmeren. De voorstelling heeft nu zo’n 750 cues (signaal voor de lamp om iets te doen, n.v.d.r.), dus je bent al gauw enkele uren bezig als je daarin iets wil wijzigen. Het gaat soms ook echt om milliseconden, het kleinste verschil kan bepalen of de lamp er “levend” uitziet of niet, of dat die mijn jongleerballetje precies op het juiste moment laat vallen.”
Je bent eigenlijk op zoek naar een beeldtaal die de lamp iets menselijks geeft, zodat je haast zou vergeten dat je naar een machine aan het kijken bent.
Raff: “Klopt! In het begin van de voorstelling doet de theaterlamp gewoon wat een lamp hoort te doen: hij zet mij, de artiest, in de spotlights. Na verloop van tijd wil de lamp zelf in de spotlights staan en neemt deze het van mij over.
Het is trouwens best een uitdaging om de lamp op een menselijke manier te laten bewegen. Kijk bijvoorbeeld hoe snel je je hoofd beweegt als je ‘ja’ of ‘neen’ knikt. Je staat er niet bij stil, maar mensen maken voortdurend hele kleine, snelle bewegingen, en dat kan de lamp helemaal niet. Bij het programmeren bots je daardoor echt tegen de grenzen van de technologie. Het is een dunne lijn tussen wat er menselijk en wat er robotisch uitziet. Toch krijgen mensen blijkbaar snel het gevoel dat de lamp leeft doordat deze een eigen wil krijgt en tegenwerkt; dat geeft hem een karakter.”
En vergeet je soms zelf dat je tegenover een machine aan het spelen bent?
Raff: “Je vermenselijkt het wel een beetje. Ik heb de lamp bijvoorbeeld een naam gegeven: Mavy, naar het merk van de lamp, Maverick. Als ik ‘s ochtends de studio binnenkom, zeg ik ‘goedemorgen Mavy’, maar ik krijg nooit een antwoord. Dat is wel jammer. (lacht)
Maar aan de andere kant ben ik wel degene die de lamp programmeert, dus ik weet precies wat die wanneer gaat doen. Het zijn vooral de momenten dat de lamp glitched (korte storing in de software, n.v.d.r.) en daardoor iets onverwachts doet, die mij extra verrassen. Soms programmeer ik die fouten er bewust mee in, want net door fouten te maken krijgt de lamp iets menselijk.”
Maar eigenlijk is de kans groter dat jij een foutje maakt tijdens de voorstelling.
Raff: “Ik speel er mee dat de lamp fouten maakt, maar dat zijn dus allemaal voorgeprogrammeerde fouten. Dus ja, de kans is groter dat ik zelf de mist in ga. Dat is ook best spannend, want het is niet dat mijn tegenspeler dan een seconde wacht of kan improviseren. De lamp gaat gewoon door. Al heb ik wel momenten ingelast dat hij eventjes pauzeert, zodat ik terug kan inpikken als ik een fout zou maken. En er liggen altijd een hoop reservejongleerballetjes klaar.”
Je raakt met je voorstelling een actueel thema aan: de relatie tussen mens en machine. Circus is zo lichamelijk en artisanaal, terwijl de lamp dat helemaal niet is. Wat spreekt je aan in die tegenstelling?
Raff: “Ik vind het fijn om een willekeurig object, in dit geval een theaterlamp, te “vercircussen” en dan te ontdekken wat je er allemaal mee kan doen. Het gaat voor mij niet zozeer over de technologische snufjes, maar om de mogelijkheden die ontstaan wanneer je iets van buitenaf in een circuscontext plaatst.
Maar de grens tussen kunst en technologie vind ik wel boeiend. In een tijd waar bijvoorbeeld jobs worden overgenomen door technologie en artificiële intelligentie, kan je je afvragen of de podiumkunsten hetzelfde lot wacht.”
Ben je dan eerder kritisch tegenover technologie?
Raff: “Ik denk dat we technologie bewust moeten inzetten en dat we het menselijke niet mogen weglaten. Kunst maken blijft immers iets inherent menselijk. De samenwerking tussen beide kan juist hele mooie dingen opleveren. De lamp zal nooit zo soepel kunnen bewegen als ik, maar ik kan dan weer geen licht maken. Zo vullen we elkaar aan in de voorstelling.”
Je noemt Just the Moon in de promotekst ‘woordloos circustheater met een subtiel komische noot’. Is lichtheid belangrijk in je werk?
Raff: “Het begint best serieus en abstract, maar het is fijn om die opgebouwde spanning ook weer te laten gaan. Het is niet de bedoeling dat iedereen al bulderlachend op zijn stoel zit, maar ik wil wel dat het niet te zwaar wordt. Ik vind het belangrijk dat ik iets serieus kan vertellen, terwijl het tegelijk toegankelijk blijft.”
Je bent afgestudeerd aan de Circushumaniora in Leuven en nu keer je terug voor je première op CIRKLABO-festival. Voelt dat een beetje als thuiskomen voor jou?
Raff: “Ja toch wel. Ik wou graag in première gaan in Leuven, want ik heb nog altijd een goede band met de circusschool daar en CIRKLABO is ook gewoon een heel goede partner.”
Hoe belangrijk is een plek als circuswerkplaats CIRKLABO eigenlijk als je een voorstelling wil maken?
Raff: “Superbelangrijk! Zonder zulke plekken is het onmogelijk om een voorstelling te maken. Je hebt een repetitieruimte, ondersteuning, enzovoort nodig. Het is erg fijn om te weten dat je daar terecht kan met een idee en dat je er je werk kan tonen.”
Al dromen of ideeën voor wat hierna komt?
Raff: “Er is een lijstje, maar dat verandert ook vaak. Mijn gezelschap Close Call Company is wel al bezig met de volgende voorstelling, maar die première is pas gepland in 2027. De focus ligt nu voornamelijk op de première van Just the Moon en de tournee die daarop volgt in 2026.”
Is er nog iets dat je wil zeggen over de première?
Raff: “Een lamp, jongleerballetjes, ik... Neen, dat is het eigenlijk.” (lacht)
Toitoitoi!
Van 13 tot 19 december gooit circuswerkplaats CIRKLABO de deuren open tijdens het CIRKLABO-festival. Beleef een première, ontdek gloednieuwe creaties en krijg een exclusieve blik achter de schermen van het maakproces. Het volledige programma vind je op www.cirklabo.be.