ASTORIA opent het Zomer van Sint-Pieter festival

Op dinsdag 1 juli opent het ensemble ASTORIA het Zomer van Sint-Pieter festival met een doorvoeld concert waarin ze het werk van Astor Piazzolla (1921-1992) op hun geheel eigen benaderen. Accordeonist Christophe Delporte ademt Piazzolla en duikt samen met ASTORIA diep in het veelzijdige repertoire van de Argentijnse grootmeester.

“Piazzolla staat voor mij centraal in alles wat ik doe.”

Je hebt als muzikant al een veelzijdig parcours afgelegd: van dirigent bij Annie Cordy tot de oprichting van onder meer ASTORIA. Je speelt alles van klezmer tot klassiek, en van jazz tot tango nuevo.
Christophe: “Het is eigenlijk vanzelf zo gegroeid, maar die afwisseling bevalt me eigenlijk wel. Ik hou ervan om in die verschillende muzikale universums te spelen. Het heeft natuurlijk ook gewoon te maken met de kansen die zich aandienen: mensen vragen me bijvoorbeeld om samen te werken omdat ze me Piazzolla hebben horen spelen, en vervolgens ga je samen muzikaal een heel andere richting uit. Dat vind ik net leuk, zo val ik steeds weer in een ander repertoire.”

Een beetje zoals Astor Piazzolla zelf dus. Herken je jezelf in die beweging tussen genres?
Christophe: “Ja, helemaal. Piazzolla sloeg een brug tussen wereldmuziek, klassieke muziek, jazz … en dat maakt zijn muziek zo veelzijdig. Voor mij staat hij centraal in alles wat ik doe. Natuurlijk speel ik ook stukken die niets met hem te maken hebben, maar hij blijft een kernfiguur in mijn werk.”

En waarom precies Piazzolla?
Christophe: "Als accordeonist kom je sowieso vroeg of laat met hem in aanraking, zeker als je op het conservatorium zit. Net als Piazzolla speel ik ook bandoneon, dat is zowat het neefje van de accordeon, al blijf ik toch vooral accordeonist. Maar voor mij is het echt begonnen zo’n twintig jaar geleden, toen we het ensemble ASTORIA oprichtten (in 2004, n.v.d.r.). Sindsdien heb ik Piazzolla eigenlijk nooit meer losgelaten, om de eenvoudige reden dat er zoveel emotie zit in zijn muziek."

“Piazzolla brak met de conventies en ontwikkelde zijn eigen stijl.”

Wat maakt zijn Piazzolla zijn muziek volgens jou zo universeel en tijdloos?
Christophe: “Dat is een goede vraag. Ik geef les aan het IMEP in Namen (Institut Royal Supérieur de Musique et de Pédagogie, n.v.d.r.), en daar starten we volgend schooljaar met een afdeling die zich richt op muziek die mondeling wordt overgebracht. Dit gaat ook op voor Piazzolla: hoewel hij 95% van zijn muziek neerschreef, leeft zijn werk evengoed voort in de orale traditie. Er zijn klassieke muzikanten die via partituren met hem in aanraking komen en er zijn straatmuzikanten, in Argentinië maar zeker ook daarbuiten, die geen noten lezen maar zijn muziek toch kennen via overlevering en traditie. Ook jazzmuzikanten lieten zich inspireren door Piazzolla en namen zijn herkenbare en unieke akkoordenschema’s op in hun repertoire. Zijn muziek is dus breed verspreid geraakt.

En dan is er natuurlijk nog zijn nuevo. In traditionele tango kunnen twee dansers perfect improviseren op een nummer dat ze niet kennen, omdat de structuur vertrouwd is. Maar in de tango nuevo lukt dat niet zomaar: Piazzolla zijn stukken zitten vol onverwachte wendingen, ritmische verrassingen, tempowisselingen... Hij brak met de conventies en ontwikkelde zijn eigen stijl. Het maakt zijn muziek gelaagd en tijdloos.”

En toch is ASTORIA geen tango-ensemble.
Christophe: “Het bijzondere aan Piazzolla is dat hij weliswaar hét icoon is van de tango, maar dat hij niet alleen tango’s schreef. Het is een beetje alsof je zou zeggen dat Ravel alleen de Boléro heeft gecomponeerd, terwijl hij ook de Pavane en zo veel meer heeft geschreven. Wij spelen ‘het werk’ van Astor Piazzolla, dus ook bijvoorbeeld zijn klassieke stukken zoals Ave Maria (Tanti Anni Prima), dat dus zeker geen tango is.

Met ASTORIA putten we eigenlijk uit al zijn verschillende compositieperiodes. Hij schreef namelijk niet hetzelfde aan het begin als aan het einde van zijn carrière. Een belangrijk kantelpunt was bijvoorbeeld zijn ontmoeting met de beroemde Nadia Boulanger in Parijs (klassieke muziekpedagoge, gaf o.m. les aan Philip Glass en Aaron Copland, n.v.d.r.). Zij moedigde hem aan om zijn eigen stijl te ontwikkelen, en dat is precies wat hij is blijven doen."

“Ik had Piazzolla graag ontmoet, en hem zijn mening willen vragen over de manier waarop wij zijn muziek spelen.”

Heeft zijn muziek ook een persoonlijke betekenis voor jou?
Christophe: "Ik ben vooral geïntrigeerd door zijn parcours, dat blijft mij inspireren en uitdagen. En daarnaast ben ik ook gefrustreerd, want we hebben het hier niet over iemand die 200 jaar geleden leefde; hij is overleden in 1992. Ik was toen twintig, maar ik had me toen nog niet zo verdiept in zijn muziek. Ik had hem echt graag ontmoet, en hem zijn mening willen vragen over de manier waarop wij zijn muziek spelen."

Voelen jullie je vrij in de manier waarop jullie Piazzolla’s oeuvre spelen? Gaan jullie voor een zo trouw mogelijke uitvoering, of kiezen jullie eerder voor vernieuwing?
Christophe: "We benaderen zijn muziek op een klassieke, maar vooral op een persoonlijke manier. Je hoort namelijk snel wanneer een muzikant de techniek en speelwijze van Piazzolla imiteert.

In ASTORIA speelt Isabelle Chardon bijvoorbeeld viool; zij is ook violiste bij het Nationaal Orkest van België. Ik zou bijna durven zeggen dat Isabelle er bewust voor kiest om niét te luisteren naar hoe Piazzolla’s violist het deed. De partituur ligt er natuurlijk, maar ze benadert die op haar geheel eigen manier. En dat geldt eigenlijk voor iedereen in het ensemble. We komen ook allemaal van een andere muzikale achtergrond. Ik heb bijvoorbeeld een klassieke opleiding gehad, net als Isabelle en de pianist, maar ik speel ook variété en wereldmuziek. Terwijl de contrabassist dan weer uit de jazz komt... Uiteindelijk weerspiegelt dat precies wat Piazzolla zelf ook deed: verschillende muzikale werelden samenbrengen. Zo ontstaat een authentieke en tegelijk originele manier om zijn muziek te spelen."

Het is de combinatie van muzikanten die de muziek mee vorm geeft?
Christophe:
“De mix van stijlen zorgt inderdaad voor een heel eigen en herkenbare sound. Wat ons het meeste plezier doet, is wanneer Argentijnen na een concert komen zeggen: 'Jullie zijn fantastisch, jullie klinken echt Argentijns!'. Dat betekent dat de emotie via onze manier van spelen overkomt en mensen écht raakt. Dat is voor ons het allerbelangrijkste.”

“Er is een groot verschil tussen een stuk leren kennen, en het echt tot leven brengen met je eigen interpretatie ervan.” 

Hoe ervaar jij de belangstelling van jonge muzikanten voor de accordeon vandaag de dag? Is het instrument populair of toch eerder niche?
Christophe: “Sinds ik professioneel bezig ben, dus sinds m’n twintigste, hoor ik regelmatig: ‘De accordeon is terug van weggeweest!’. Maar eerlijk? Voor mij is die nooit weggeweest. Ik zit er wel middenin, dus ik ben natuurlijk niet echt objectief. (lacht)
Maar ik merk wel dat het in golven gaat, soms is er dan vernieuwde aandacht vanwege een specifieke artiest of een bijzonder project... Eigenlijk is het zoals bij elk muziekgenre, denk aan de opkomst van rap of rock-‘n-roll. In het begin lijkt het alsof zoiets het hele muzieklandschap overneemt, maar op termijn stabiliseert zich dat weer. Geen enkele stijl blijft eeuwig aan de top, en dat geldt ook voor de accordeon. Het musette-genre (Franse volksmuziek uit begin 20e eeuw, n.v.d.r.) is nu bijvoorbeeld veel minder populair, maar tegelijkertijd spelen steeds meer accordeonisten muziek van Piazzolla of hedendaagse stukken.

En trouwens, de accordeon is een relatief jong instrument, zeker vergeleken met bijvoorbeeld de viool of piano. Het heeft daardoor een minder gevestigde geschiedenis. Het woord ‘accordeon’ dook pas rond 1830 voor het eerst op. Alle componisten van vóór die tijd, zoals Bach, kenden het instrument dus niet. Maar ik ben er zeker van dat als Bach de technische en polyfone mogelijkheden van de accordeon had gekend, hij er prachtige muziek voor zou hebben gecomponeerd!"

Wat zou je willen doorgeven aan de volgende generatie muzikanten?
Christophe: “Welke muziek je ook speelt, je moet er een passie voor hebben. Ik ben gepassioneerd door Piazzolla en ik weet dat de muzikanten van ASTORIA dat ook zijn. Het publiek voelt dat ook! Na een concert hoor ik vaak dat ze merken dat we echt in onze eigen wereld zitten als we spelen.

Als docent hoop ik dat mijn studenten hun eigen weg vinden, of ze nu accordeon spelen of een ander instrument. Iedereen volgt een ander pad, maar wat telt, is dat ze hun eigen stem ontdekken en die delen met anderen. Er staan misschien 320.000 video's van hetzelfde muziekstuk op YouTube, maar er is een groot verschil tussen een stuk leren kennen, en het echt tot leven brengen met je eigen interpretatie ervan. Daarin ligt de échte rijkdom van muziek.”

“Soms kan je met een concert echt iemands leven veranderen.”

Hoe ben je zelf in aanraking gekomen met de accordeon?
Christophe: “Dat was eigenlijk puur toeval! Ik had een oom die musette-accordeon speelde en op een dag vroeg of hij me een paar lessen mocht geven. Ik stemde toe, en de rest is geschiedenis. Mocht mijn oom tafeltenniskampioen zijn geweest, dan was ik misschien wel beginnen pingpongen. (lacht) Maar zoiets toevallig kan je leven wel veranderen.

Het is ook echt belangrijk dat kinderen zulke dingen meemaken. Een eerste muzikale ervaring kan bepalend zijn. Natuurlijk zijn er kinderen die opgroeien in een muzikale familie, maar voor anderen begint het echt met zo'n eerste ervaring, een eerste concert... Dat kan echt iets in gang zetten!

Op 1 juli spelen we bij jullie op de Zomer van Sint-Pieter, en wie weet zitten er dan kinderen in de zaal. Misschien is het hun eerste concert, misschien hun vijfde... En misschien zit er over twee jaar een leerling aan de muziekacademie die zegt: “Ik ben hier omdat ik in de zomer van 2025 een concert heb gezien in Leuven.” Je beseft het niet altijd, maar soms kan je met een concert echt iemands leven veranderen.”

Kijk je ernaar uit om weer in Leuven te spelen?
Christophe: “Zeker! Het is een prachtige zaal met een heel goede akoestiek. Alles is altijd tot in de puntjes verzorgd, en er hangt gewoon een heel fijne sfeer. We komen dus met plezier terug.

Vanzelfsprekend spelen we die dag de muziek van Astor Piazzolla, waaronder zijn Concerto for Bandoneon. We brengen een volledig instrumentaal programma: geen zangeres, geen dansers, puur en alleen muziek.”

We kijken ernaar uit! Nog een laatste vraag: dans je zelf tango?
Christophe: “Voor ieders bestwil hou ik het beter bij tango spelen dan bij tango dansen.” (lacht)

Accordeonist Christophe Delporte opent met zijn ensemble ASTORIA het Zomer van Sint-Pieter festival. Ze nemen je mee op een weergaloze trip door het oeuvre van de Argentijnse grootmeester van de tango. Wil je liever zelf de tango dansen? Dat kan deze zomer op de Olevodroom, onder begeleiding van tango-dj Maestros.